Politievrijwilligers in Nederland

Politievrijwilligers maken al sinds 1948 onderdeel uit van het Nederlandse politiebestel. Het zijn burgers die - vaak naast een reguliere (fulltime) baan - een belangrijke en zinvolle invulling willen geven aan hun vrije tijd. Vanuit een grote mate van maatschappelijke betrokkenheid ondersteunen zij, na een opleiding van ruim een jaar, beroepscollega's bij het politiewerk.

Taken politievrijwilligers

Politievrijwilligers verrichten een breed scala aan werkzaamheden en worden onderverdeeld in twee categorieën:

  • Executieve politievrijwilligers voeren de politietaak uit en zijn op straat belast met bijvoorbeeld algemene surveillance, verkeerscontroles, handhaving van de milieubepalingen of opsporingsonderzoeken bij de recherche. Zij zijn veelal bewapend en hebben dezelfde bevoegdheden als beroepsmatige agenten. Ook hebben politievrijwilligers een rang. De meestvoorkomende rangen zijn surveillant, agent en hoofdagent, maar er zijn ook vrijwilligers bij de politie met een hogere rang.
  • Niet-executieve politievrijwilligers voeren ondersteunende taken uit en assisteren bijvoorbeeld bij buurtonderzoeken en administratieve taken. Zij werden in het verleden vaak aangeduid als volontairs om een duidelijk onderscheid te maken met executieve politievrijwilligers die een geheel andere rechtspositie hadden. Inmiddels zijn ondersteunende politievrijwilligers ook aangesteld als ambtelijk vrijwilliger. De term volontair verdwijnt daardoor steeds meer.

Rechtspositie vrijwilligers bij politie

Politievrijwilligers zijn aangesteld als vrijwillig ambtenaar van politie en vallen onder het ambtenarenrecht. Hun rechtspositie is geregeld in de Ambtenarenwet en uitgewerkt in het Besluit rechtspositie vrijwillige politie. Politievrijwilligers moeten zich gedragen zoals in alle redelijkheid van elke politieambtenaar mag worden verwacht.

Politievrijwilligers die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak zijn algemeen opsporingsambtenaar (art. 141, Wetboek van Strafvordering). Hun bewapening en uitrusting zijn hetzelfde als die van beroepscollega's en ze moeten daarom dezelfde (half)jaarlijkse toetsen afleggen om die te mogen dragen.

Klik hier voor een overzicht van de wetgeving die op politievrijwilligers van toepassing is.

Waar moet je aan voldoen als je politievrijwilliger wil worden?

Burgers die politievrijwilliger willen worden, moeten voldoen aan een aantal eisen:

  • Politievrijwilligers die de politietaak uitvoeren moeten eerst een psychologische test en een sporttest afleggen om te zien of ze wel geschikt zijn voor het werk. De minimumleeftijd is 18 jaar. Ook moeten toekomstige politievrijwilligers de Nederlandse nationaliteit hebben. Onbesproken gedrag, een goede gezondheid en een behoorlijke conditie zijn verplicht. Ook van belang is dat toekomstige politievrijwilligers beschikken over een goede persoonlijke presentatie en contactuele eigenschappen. Het opleidingsniveau is minimaal voorbereidend beroepsonderwijs (VBO).
  • Politievrijwilligers die ondersteunende taken uitvoeren moeten eveneens van onbesproken gedrag zijn. De andere toelatingseisen zijn afhankelijk van de ondersteunende taken die ze uitvoeren, maar zijn doorgaans veel minder streng. Ook is het vaak niet vereist om de Nederlandse nationaliteit te hebben.

Initiële opleiding tot uitvoerend politievrijwilliger

De vernieuwde initiële opleiding Vrijwillige politie 2.0 is gestart. Recent werd de opleiding al teruggebracht van drie naar één jaar. Maar er is meer veranderd en aangepast. Zo wordt de opleiding vanaf nu aangeboden op basis van blended learning. Dit is een vorm van leren waarbij gebruikgemaakt wordt van een combinatie van afstands- en contactonderwijs. Studenten delen zelf hun studiemomenten in en kunnen zo een studieplanning maken die precies past bij het eigen werk- en leefritme. Gedurende de opleiding beoordelen docenten en praktijkbegeleiders de studenten. De opleiding wordt afgesloten met één kennistoets en één proeve van bekwaamheid. De kennistoets omvat alle theorie en de bekwaamheidsproef heeft betrekking op de kerntaak handhaving.

Specifieke vaardigheden noodzakelijk

Naast de algemene toelatingseisen vereist de opleiding specifieke vaardigheden. Juist door blendend learning hebben studenten een hoge mate van zelfstandigheid en discipline nodig om deze opleiding tot een positief einde te brengen. Daarnaast moeten studenten over goede digitale vaardigheden beschikken, omdat het merendeel van de opleiding bestaat uit zelfstudie met behulp van de computer.

De opleiding is in een aantal blokken verdeeld:

  • Algemeen: In dit blok worden algemene vaardigheden geleerd op het gebied van geweldbeheersing en hulpverlening. Het succesvol afsluiten van deze trainingen is noodzakelijk om te kunnen deelnemen aan de stageperioden Surveilleren en Verkeerscontrole.
  • Taak van de vrijwillige politie: Studenten maken kennis met het vak, de politieacademie en het korps. De organisatie van de nationale politie, je taak als vrijwilliger en het werken in een democratie staan hier centraal.
  • Surveilleren: Studenten leren wat belangrijk is bij een surveillance in het publieke domein, hoe op te treden tegen strafbare feiten en wat de daarbij behorende bevoegdheden uit het wetboek van strafvordering zijn.
  • Verkeerscontrole: Naast de theorie over verkeerscontroles worden studenten ook door middel van een simulatie voorbereid op de stage. Elk blok bestaat uit een theoriegedeelte, praktijktrainingen, simulaties en wordt afgesloten met een stageperiode.

De opleiding duurt ongeveer 57 weken (vakanties niet meegerekend). Gemiddeld zijn er twee lesavonden per week. De initiële opleiding is op MBO-2 niveau. De LOPV pleit ervoor dat er ook initiële opleidingen op hogere niveaus worden ontwikkeld en aangeboden aan politievrijwilligers. Hiervoor ontwikkelt de politie momenteel beleid.